All

De koers van design wordt vaak bepaald door technische innovaties.  Denk aan het ‘stoombuigen’ van hout, aluminium gieten of componentenschuim. Maar deze technieken worden vortdurend verbeterd. Dit zijn de acht belangrijkste innovatie in design.

Design is een spiegel van de tijd. Op het hoogtepunt van het ik-tijdperk in de jaren tachtig werd design een statussymbool – de reusachtige stoelen van Philippe Starck stonden als een troon in de huiskamer. In de jaren zestig cirkelde de eerste mens in de ruimte en vulden de interieurs zich met futuristisch meubels van fluoriserend plastic. Wat dit eigentijdse design mogelijk maakte, waren baanbrekende innovaties in materiaal en productieprocessen. Nieuwe kunststoffen en industriële spuittechnieken hebben het wulpse space age design misschien nog wel meer beïnvloedt als de ruimtewedloop.

Lees ook deze longread over stoelendesign: Waarom nou juist de stoel zo’n krachtig tijdsbeeld schets

Sterker nog, maar al te vaak is het nieuwe technologie die de koers van design bepaalt. Tot op de dag van vandaag worden deze twintigste-eeuwse uitvindingen – denk aan het stoombuigen van hout, aluminium gieten of componentenschuim – gebruikt om stoelen te maken. Maar dan wel verfijnd en verbeterd. Dit samenspel van innovatie en traditie wordt verbeeld aan de hand van de acht grote innovaties van de vorige eeuw die design hebben vormgegeven.

Thonet Nr 14

Hout persen

In 1859 lanceerde Michael Thonet de Nr. 14, een stoel die was gemaakt volgens een nieuwe techniek om hout te buigen. Lange, dunne houtlatten werden in kokende lijm gedompeld en vervolgens in ronde mallen onder hoge stoomdruk aan elkaar geperst. Thonet kon daarmee een stoel reduceren tot zes houten onderdelen, tien schroeven en twee leertjes. Dit was het eerste seriemeubel dat bereikbaar was voor de massa. Al zou het nog tot na 1900 duren voordat de Nr 14 volledig industrieel werd vervaardigd. Een efficiënte productiemethode is het buigen van hout allang niet meer. Het is nu vooral decoratief.

Wood Chair – Marc Newson

Wie anders dan Marc Newson weet anderhalve eeuw later deze kwaliteiten uit te buiten; de Australische wonderboy die evenveel designer als beeldhouwer is. Zoals een schilder met een zwierige penseelstreek een wereld tot leven brengt op het doek, zo laat deze ontwerper zijn zwierige stoeldesign stollen in gekromd hout. Zijn Wood Chair is dan ook geen massaproduct maar een juist een exclusief pronkstuk, slechts bereikbaar voor een kleine elite van gefortuneerde designliefhebbers die bereid is duizenden euro neer te tellen voor deze stoel, die grotendeels handgemaakt is. 

Poang – Ikea

Het platte bouwpakket

Een stoel die als een flatpack kan worden vervoerd. Oké, strikt genomen is het geen technische innovatie maar een slimme toepassing. Maar het idee van Ikea om meubels te verkopen als een bouwpakket dat de klant zelf in elkaar moet zetten, is misschien wel de meest revolutionaire toepassing  sinds nou ja, het buigen van hout door de firma Thonet. De Pöang is met ruim 30 miljoen exemplaren de meest verkochte stoel ooit – op die ene Thonet-stoel na dan.

Glissade – Christiaan Heikoop

Toch is de toepassing van ontwerper Christian Heikoop om een stoel als een tent in elkaar te schuiven minstens zo slim. En dan te bedenken dat de Glissade een afstudeerproject was aan de Design Academy Eindhoven. Nooit meer hoofdbrekens over een onleesbare Ikea-tekeningen of weggeraakte schroefjes maar een stoel die met overzichtelijke klik- en schroefbewegingen in elkaar wordt gezet. Het soepele leer wordt daarbij als een tentdoek over het frame geregen. Eindstand: de sierlijkste doe-het-zelf stoel ooit.

Wassily Chair – Ludwig Mies van der Rohe

De buis van ijzer

De Model B3 Chair – beter bekend als de Wassily Chair, een verwijzing naar de voornaam van de abstracte schilder Kandinski –was de eerste stoel zonder achterpoten maar met een lange metalen buis die als een slang over de grond en weer omhoog kronkelde. Architect Ludwig Mies van der Rohe was in 1925 de eerste die bedacht dat het machinaal buigen van staal ook heel goed kon worden gebruikt om meubels te maken. Hoewel zijn stoel van tartte met alle dan bestaande opvatting over een stoel eruit moest zien, zou een rechter later bij een geschil tussen de fabrikanten Thonet en Gispen oordelen dat deze buizenconstructie ‘geen artistieke maar een technische vinding’ was. Waarmee de weg openstond voor talloze variaties.

Thin Black Lines – Nendo

De Japanse ontwerper Nendo gebruikt deze technische vinding voor de creatie van een onbetwist artistiek meesterwerk. Zijn Thin Black Lines is zelfs niets meer dan alleen maar gebogen stalen buizen. En door het optische bedrog worden ook nu weer alle gangbare conventies over de stoel getart.

Laaghout buigen

De Side Chair van Ray & Charles Eames is door Time Magazine verkozen tot ‘de beste stoel van de 20ste eeuw’. Niet dat dit Amerikaanse opinieweekblad nou een autoriteit is in van design. Maar het geeft in elk geval aan hoe invloedrijk dit ontwerp is geweest. In hun zoektocht naar een lichtgewicht en ergonomische spalk voor de Amerikaanse soldaten in de Tweede Wereldoorlog, ontwikkelden het echtpaar-Eeames een manier om platen laaghout te buigen. Om uiteindelijk pal na de oorlog te komen bij een gracieuze zitstoel met een ongekend zitcomfort.

Bamboo Chair – Tejo Remy

Als het mogelijk is om multiplex te buigen, waarom zou het dan niet met platen bamboehout kunnen, dachten ontwerpers Tejo Remy & René Veenhuizen. In hun Utrechtse werkplaats  bedachten ze een techniek om het stugge bamboe te buigen door het in dunne lange repen te zagen en vervolgens te verlijmen. Dat leverde vervolgens ook nog eens een verrassende vorm op. Of het ook de beste stoel van de 21ste zal worden, is nog maar de vraag. Maar deze Bamboo Chair is in elk geval duurzamer dan die van Eames.

La Chaise – Ray & Charles Eames

Plastic in een mal

Wat ze nou precies aan moesten met dat plastic, dat revolutionaire materiaal dat zo maar vloeibaar veranderde in keihard, dat wisten Ray & Charles Eames ook niet precies. Dus maakten ze in 1947 maar een kunstzinnig prototype van een tja, stoelbankje? De vorm was geïnspireerd op beeldhouwer Gaston Lachaise, vandaar de naam. Het was de eerste plastic stoel maar zou uiteindelijk pas na de dood van beide Eames’ industrieel worden vervaardigd. Ondertussen was plastic uitgegroeid tot het meest gangbare materiaal voor stoelen.

Sparkling Chair – Marcel Wanders

De Sparkling Chair van Marcel Wanders is ook van geperst plastic maar daarvoor wordt luchtdruk gebruikt, dezelfde techniek waarmee waterflessen worden gemaakt. De vijf onderdelen (vier poten die simpelweg in het frame als een schroefdop in het frame draaien) zijn hol en zijn onder druk gevuld met lucht, om de stoel sterk te maken. Het meest bijzonder is het gewicht: slechts één kilo.

Landi Cahir – Hans Coray

Aluminium gieten

Aluminium is licht, sterk, eenvoudig te verwerken omdat het snel smelt en stolt, en het roest niet. Kortom, de ideale grondstof om stoelen van te maken. De Zwitserse ontwerper Hans Coray was in 1938 de eerste die een kuipstoel ontwierp die uit een mal kwam en dus van aluminium kon worden gemaakt. Deze Landi Chair bestaat uit een gebogen en comfortabele aluminium plaat, die rust op een zelfstandig frame dat tegelijkertijd de poten als de armleuning vormt. Door de maximale gaten in de kuip was dit destijds de allerlichtste stapelstoel.

Bone Chair – Studio Joris Laarman

Met zijn Bone Chair heeft Joris Laarman niet alleen de giettechniek voor aluminium in een mal verfijnd, ook is dit de eerste algoritmische stoel. De vorm van deze bottenstoel is gebaseerd op het groeiproces van botten; het buisframe is smaller waar er minder kracht op staat en breder waar het veel gewicht draagt. Deze optimale vorm is berekend met geavanceerde software uit de auto-industrie. Net als de Landi Chair heeft Laarmans aluminium malstoel dus een maximale materiaalbesparing.

Panton Chair – Verner Panton

Rotatie-spuitgieten

Al in de jaren vijftig maakte de Deense ontwerper Verner Panton schetsen van een stapelbare stoel die geen achterpoten had en bovendien was vervaardigd van één materiaal. Toch zou het tot 1967 duren voordat zijn Panton Chair kon worden gemaakt. Door een nieuwe techniek om plastic onder hoge druk in een gesloten mal te spuiten, konden stoelen in – bijna – elke denkbare vorm worden geproduceerd. Door de mal daarbij voortdurend te draaien worden luchtbellen en andere onvolkomenheden voorkomen. Deze geavanceerde techniek, het futuristische plastic en dan ook nog eens die aerodynamische vorm, alsof de stoel in een windtunnel was gemaakt – de Panton Chair was een instant klassieker.

Myto Chair – Konstantin Grcic

Pas veertig jaar later volgde een waardige update met de Myto van de Duitse ontwerper Konstantin Grcic. Deze lichtgewicht stoel is de eerste die met rotatiespuitgieten is vervaardigd van milieuvriendelijk bioplastic. De sierlijke S-vorm werd hoekiger om materiaal te sparen; vandaar ook het geometrische gatenpatroon in de zitting. De Myto oogt als een Panton-stoel uit het computertijdperk.

Knotted Chair – Marcel Wanders

De ‘epoxy-dip’

Misschien wel de laatste grote innovatie van de twintigste eeuw is een stoel vervaardigen van een flexibel materiaal als touw, dat in vervolgens met vloeibare epoxy wordt gefixeerd. Deze mix van een ambacht (een stoel maken van stof) en hightech (fixerende epoxy) is door Marcel Wanders op geniale manier verbeeldt met zijn Knotted Chair (1996). Met macramé is van grof touw een slappe stoel geknoopt, die door de harde epoxy zijn uiteindelijke vorm kreeg.

Flax Chair – Christien Meindertsma

Dit principe van zachte stof en harde kunststof is door Christien Meindertsma zo vereenvoudigd dat ze er in samenwerking met een verpakkingsfabriek een industriële stoel mee maakt. Uit een mat van vlas is het patroon van deze Flax Chair gesneden; alsof het een jas is die genaaid moet worden. Deze lappen vlas worden weliswaar niet ondergedompeld in epoxy maar in een mal met plastic geperst. Maar het principe is hetzelfde: een slap materiaal krijgt kracht door een behandeling met kunststof. Meindertsma won er een Dutch Design Award mee.