Klimaatverandering, nepnieuws, armoede, polarisatie. Het is een bijna verlammende hoeveelheid problemen die op ons afstormt. Problemen waar ontwerpers iets mee moeten – probleem oplossen zit immers in hun DNA. Maar hoe? Door het ontwerp van nog een nieuwe e-bike? Een circulaire stoel presenteren op de Milan Design Week? AI het ontwerpwerk laten doen? Ondanks deze existentiële twijfel zijn er genoeg voortekenen die erop duiden dat ontwerpers het vertrouwen in het eigen kunnen herwinnen. De trends van het afgelopen jaar geven daar in elk geval blijk van. DesignDigger zet de drie belangrijkste op een rij.
Mens en AI in evenwicht
Van hype naar potentieel probleemkind – afgelopen jaar kreeg kunstmatige intelligentie een reality check. En niet alleen door de dalende beurswaarde van techbedrijven. Het is inmiddels een onstuimige haat-liefde relatie tussen mens en AI. Na de prille flirt volgden de eerste ruzies toen de beperking van generatieve AI pijnlijk aan het licht kwamen. Met name de beeldgeneratoren bleken minder indrukwekkend dan gedacht; handen met zes vingers en telkens maar weer is de astronaut of CEO een witte man.
Nu lijkt de derde fase aanstaande: een verhouding gebaseerd op eerlijkheid en gelijkwaardigheid. Als gevolg zijn programma’s als ChatGPT, Midjourney en Gemini een instrument waarvan met mate wordt genoten. Zo laten digitaal ontwerpers hun beelden niet meer creëren door maar mèt Midjourney of Dall-E. Prompten en beeldbewerking worden opzichzelfstaande vaardigheden. Ook nieuw: een customized AI-programma dat beelden genereert op basis van database die is geladen met zelf geselecteerde beelden. Het driedaagse Slow AI Festival, dat wordt georganiseerd door het non-profit platform AIxDESIGN en dertien partners, is een open onderzoek naar de integratie van feministische en dekoloniale perspectieven in AI. Uiteindelijk is het weer de ontwerper die de regie houdt en het eindbeeld bepaalt.
Deze volwassen relatie met AI staat of valt met een realistisch beeld van hoe AI nou eigenlijk werk – en wat de beperkingen ervan zijn. We kennen ze allemaal, de clichébeelden van een mensenhoofd met een computer in plaats van hersenen, complexe wiskundeformules die een algoritme moeten verbeelden of androgyne robots achter een laptop. Allemaal onzin natuurlijk. De meeste AI is nog steeds nauwelijks meer dan domme rekenkracht. Better Images of AI is een databank voor journalisten en bloggers met gratis afbeeldingen die wel de achterkant van AI tonen.
Wat de vraag oproept hoe intelligent is AI eigenlijk? De Waag lanceert het programma Intelligentie ontleed. Hierbij worden de ‘slimme computers’ en ‘denkende robots’ tegen het licht gehouden. Hoe verstandelijk zijn deze machines? Maar ook: op welke ideeën is ons begrip van ‘intelligentie’ gebaseerd? Wat zijn andere vormen van intelligentie, bijvoorbeeld de samenwerking van schimmels en andere levensvormen – en vooral ook: wat kunnen daar van leren? Met deze fundamentele vragen kunnen we ons wapenen tegen een sciencefictionachtige toekomst waarin ons levens wordt bepaald door androgyne robots achter een laptop.
Ontwerpende aanpak
De ontwerper kan een belangrijke bijdrage leveren aan de oplossing van deze vraagstukken. Daarvan was ook het vorige kabinet overtuigd en reserveerde maar liefst 9 miljoen voor ‘ontwerpend onderzoek’. Bij deze aanpak werken ontwerpers in de praktijk samen met professionals als beleidsmakers, zorgpersoneel of de politie. Deze ontwerpkracht bestaat uit creatieve systeemanalyses en out-of-the-box probleemaanpak, wat resulteert in innovatieve oplossingen. Oftewel: wie bel je als organisatie het maar niet lukt om verandering teweeg te brengen op een lastig vraagstuk? Precies, de ontwerper.
Lees hier meer over het PONT programma: Is ‘ontwerpend onderzoek’ het nieuwe antwoord op maatschappelijke vraagstukken?
Ontwerpend onderzoek is daarmee het nieuwe stokpaardje van beleidsmatig én ontwerpend Nederland. Maar heette dit een paar jaar geleden niet gewoon ‘social design’, de ontwerpmethode waarbij ontwerpers heel dicht op de praktijk projecten uitvoerden waarbij verschillende disciplines aansluiten? Er is een overlap. Maar bij ontwerpend onderzoek is de ontwerper nog meer teamspeler. Bovendien is er niet één vooraf geformuleerde oplossing maar al ‘doende’ wordt onderzocht wat werkt. Om deze methode te stroomlijnen heeft het ministerie van OCW heeft het programma De Publieke Ontwerppraktijk oftewel PONT gelanceerd. Dit zal de komende drie jaar worden uitgerold door de Dutch Design Foundation en bestaat uit lezingen, workshops en case studies.
De verwachtingen zijn hoog, ook omdat diverse pilots al succesvol zijn afgerond. De Rotterdamse ontwerpstudio Bureau Buitengewone Zaken deed met het ministerie van Sociale Zaken een project om burgers met een ‘laag doenvermogen’ te begeleiden bij (zorg)toeslagen. Social designer Tabo Goudswaard denkt met de Strafrechtketen van Ministerie van Justitie en Veiligheid mee over hoe urgente rechtszaken sneller ‘op de rol’ kunnen komen. Ook het bedrijfsleven sluit inmiddels aan; ontwerpcollectief Ink Social Design ontwikkelde het programma ‘Bouw Box’ voor het ABN/Amro-personeel om vaderschapsverlof als nieuwe norm normaal te introduceren. In Arnhem zijn ontwerpers gepaard aan energienetwerkleverancier Alliander om praktische ideeën te formuleren voor de transitie naar duurzame energie. Kortom, ontwerponderzoek formuleert kleine oplossingen voor grote problemen – en andersom. Nu maar hopen dat de nieuwe coalitie dit ook onderkent.
Nieuwe perspectieven
Het duurde lang maar eindelijk komen er scheuren in ‘het witte bastion’ dat design nog steeds is. Een jonge lichting ontwerpers speelt zelfbewust met een meervoudige identiteit, en krijgt daarvoor erkenning. Maar nog niet genoeg. Daarom lanceerde Okra Agency een online-platform uitsluitend voor ontwerptalent uit de bipoc community (black indigenous and people of color).
Opvallend is dat urgente maatschappelijke thema’s als klimaat of ongelijkheid als vanzelfsprekend worden verknoopt met bi-culturele perspectieven. Hatutamelen, een studionaam van James Noya, vervaardigt sierobjecten met ambachtelijk Moluks houtsnijwerk en vestigt van de aandacht op een gedeeld koloniaal verleden. Zijn werk, dat eveneens is aangekocht door het Stedelijk, verbindt oost en west met heden en verleden. Een meer kritische kijk op de frictie tussen het westen en de rest van de wereld biedt de Zuid-Koreaanse Dae Uk Kim. Met fantasievolle installaties geeft hij een bijtend commentaar op de verstikkende gedragscodes voor queers in zijn geboorteland; zijn werk is aankocht door het Stedelijk in Amsterdam.
Lees ook deze longread: Meer diversiteit in interieurs met queer-lampen en Berber tapijten
Daarnaast worden deze traditionele ambachten gecombineerd met innovatieve maaktechnieken. De Braziliaanse Beatriz Santini focust met haar onderzoek Mani op de toepassing van cassave. Dit resulteert niet alleen in een innovatief, duurzaam materiaal maar bevraagt ook de Eurocentrische norm in de ontwikkeling van biomaterialen, waarbij ecologische kennis uit het globale zuiden veelal wordt genegeerd. De Maleisisch-Chinese Marcos Kueh, in 2023 onderscheiden als Young Talent met een Dutch Design Award, creëert wandkleden met eigentijdse interpretaties van traditionele verhalen over geesten en het dierenrijk van zijn geboortegrond op Borneo. De tijgers en krijgers het tapijt brengt hij tot leven door deze met augmented reality te laten bewegen op een telefoonscherm. Loan Favan is een sieradenontwerper uit Nieuw-Caledonië die tradities van de Stille Oceaan verbindt aan futuristische symboliek van cyborgs en transhumanisme. Eerder werd ook al modeontwerper Bodil Ouédraogo voor deze onderscheiding genomineerd voor de manier waarop ze West-Afrikaanse patronen verwerkt in eigentijdse straatmode. De bekroning op haar pionierswerk: een eigen collectie voor het vermaarde streetlabel Patta.
Het volledige jaaroverzicht vind je in het Dutch designers Yearbook 24-25 van de BNO (nai010 Publishers). Bestellen kan HIER