Interview, Nieuws

Ontwerper Samira Boon over haar installatie in Brighton College: “Een verrijking van architectuur met textiel en origami”

Studio Samira Boon heeft een wandinstallatie van textiel vervaardigd voor het Richard Cairns Building op de campus van Brighton College in Groot-Brittannië. De locatie-specifieke installatie Tsuru bestaat uit vier kleurrijke landschappen met een grillig geometrische reliëf. Met een oppervlakte van 100 vierkante meter en maximale hoogte van 10 meter en breedte van 12 meter is dit het grootste en meest complexe werk van de Amsterdamse ontwerper Samira Boon. “Ik heb de bestaande architectuur willen verrijken met een klimop van textiel. Daarvoor heb ik origami gebruikt. Tsuru betekent bladerdak in het Japans.”

Lees ook over dit project van Samira Boon: Corona-proof interieur dankzij bewegende textielbloemen van Samira Boon

FOTO Stijn Bollaert

Ruiten, driehoeken, trapezia

De installatie bestaat uit vier landschappen van textiel  die zo groot zijn dat deze onmogelijk uit één stuk kunnen bestaan. Hoe zijn de landschappen opgebouwd? “De installatie bestaat uit 45 panelen van 200 bij 170 centimeter, verdeeld over vier losstaande landschappen. Elk paneel heeft een collage van ruiten, driehoeken, trapezia en andere vormen in verschillende wit- en groentinten. De panelen aan de zijkanten van elk landschap hebben een andere figuratie. Het grootste landschap vouwt zich in het midden om een rechte hoek, waarvoor ook weer een aparte vlakverdeling is ontworpen. Tot slot hebben de twee landschappen met een directe lichtinval van boven een lichtere tint dan de andere twee. Zo ontstaat een zeer gevarieerd beeld dat toch één organisch wandtableau vormt.”

De geometrische vlakken op de panelen hebben uiteenlopende kleuren. Hoe zijn deze kleurverschillen in dat ene weefsel aangebracht? “Bij het weven zijn vijf verschillende garens gebruikt. Elk garen is opgebouwd uit verschillende composities van twee witte en drie groene draden, wat een natuurlijk diepte geeft aan de verschillende groentinten. De geometrische vormen hebben niet alleen een andere samenstelling van garens maar hebben ook telkens een andere weefinslag. Dit toch al complexe weefproces werd nog bemoeilijkt door het brandvertragende garen dat we moesten gebruiken. Dat is stugger dan reguliere garens. Toch zijn we erin geslaagd om voor een groot deel gerecyclede garens te gebruiken. Het weven is gedaan op de grootse computergestuurde weefmachine van het Textiellab in Tilburg. De vier landschappen van 45 panelen zijn daar aangeleverd als één digitaal bestand.”

FOTO Stijn Bollaert

Mathematische software

De geometrische vormen ogen organisch maar zijn tegelijkertijd met een mathematische precisie aangebracht vanwege het driedimensionale weefpatroon. Hoe heb je deze complexe structuren ontworpen? “De geometrische vormen zijn relatief klein, zodat de installatie een menselijke schaal behoudt. Het reliëf van deze vormen is gebaseerd op de Japanse vouwkunst origami. Een belangrijke parameter in de verdeling van de geometrische vormen is een naadloze aansluiting van de panelen op elkaar. Tegelijkertijd moesten alle panelen tezamen ook weer een harmonische reliëf vormen. Dit gevarieerde weefpatroon van de verschillende geometrische vormen en de afwisselende vouwlijnen zijn ontwikkeld met een speciaal computerprogramma ontwikkeld door Tomohiro Tachi, een Japanse wiskundige én een grootmeester in origami. Dankzij zijn mathematische software kan ik zulke complexe vormen ontwerpen. De vouwlijnen tussen de verschillende geometrische vormen zijn vervolgens in het weefpatroon verwerkt. Het reliëf is als het ware voorgeprogrammeerd in het textiel. Elk paneel hoeft alleen nog maar met de hand te worden gemodelleerd.”

Waarom is gekozen voor een installatie in het atrium? “Allereerst om akoestische redenen. Om dit centrale trappenhuis trap liggen twee grote witte theaterwanden die veel geluid weerkaatsen. De trap en balustrade zijn een centrale en veelgebruikte plek in het gebouw. Als je er langs loopt, verandert de beleving. Net zoals een bladerdak beweegt in de wind of een wolk voor de zon voor verrassende schaduwen zorgt. Bovendien verandert de perceptie door de lichtinval door de dakramen. Op een zonnige dag zie je veel meer reliëf en kleurverschil. De installatie krijgt een performatieve kwaliteit, wat weer heel mooi aansluit bij de architectonische functie van theatergebouw.”

FOTO Stijn Bollaert

Het Richard Cairns Building is ontworpen door KRFT Architecture Studio. Is er overleg geweest met dit Nederlandse architectenbureau?KRFT heeft ons gevraagd om de geluidsbeleving in de ruimte verbeteren. Dat was al vroeg in de ontwerpfase van het gebouw en niet pas op het laatste moment om een bestaand akoestisch probleem op te lossen, zoals ook vaak gebeurt. De plek van de installatie in de architectuur kon daardoor zorgvuldig worden gekozen. Vervolgens hebben wij verschillende voorstellen gedaan, waaruit met de architect dit ontwerp is gekozen. De architectuur is sereen, met veel natuurlijke materialen als hout en donker metaal. Als contract en aanvulling hebben we een groen en organisch bladerdak in het atrium geplaatst. De twee grote witte wanden om het trappenhuis zijn het ideale canvas voor dit kunstzinnige gebaar.”

Krijtrotsen

De installatie is gebaseerd op een reactie op de architectuur? “Niet alleen. Het is ook haalt de natuurlijke omgeving op de campus van Brighton College naar binnen. De grillige geometrische vormen imiteren een klimop, vandaar ook de groene tinten. Tegelijkertijd oogt de installatie abstract door de grillige structuur, waardoor er ruimte is voor een eigen invulling. In en om Brighton, dat onder Londen aan de kust ligt, staan steile krijtrotsen met grillige steenformaties met mossen en andere begroeiing. Ook dat zou je in de installatie kunnen zien. Het voegt een veranderlijke dynamiek toe aan de architectuur.”

FOTO Stijn Bollaert

Studio Samira Boon is gespecialiseerd in Archi Folds, een 3D-textiel met architectonische kwaliteiten door gebruik van origami. Waar komt deze fascinatie voor Japanse vouwkunst vandaan? “Origami heeft zowel een praktische als een esthetische functie. In het westen wordt vaak gedacht aan kraanvogel en andere figuurtjes, terwijl het veelal abstracte vouwpatronen zijn die rechtstreeks verwijzen naar de natuur. De manier waarop een bloem zich opent of hoe een boomblad het water afvoert is gebaseerd ingenieuze vouwtechnieken. Bij Tsuru wordt het geluid geabsorbeerd door het zachte textiel en weerkaatst door het reliëf. Deze twee effecten versterken elkaar, zodat de geluidservaring in de ruimte daadwerkelijk anders is. Met origami is van deze akoestische functie ook een artistieke verbeelding van de natuur gemaakt.”

FOTO Stijn Bollaert

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *