Longread

Meer diversiteit in interieurs met queer-lampen en Berber tapijten

De samenleving wordt steeds divers. Identiteit wordt steeds belangrijker. Dus tonen product- en interieurontwerpers hun bi-culturele achtergrond of seksuele geaardheid. Veranderende opvattingen over gender, seksualiteit of het koloniale verleden vinden zo een weg naar de woonkamer. Maar bestaat er wel zoiets als het homo-interieur? En met welk design worden Marokkaanse roots verbeeld? “Een ambachtelijk object uit Europa krijgt al snel het predicaat design, terwijl het opeens folklore heet als het uit Afrika komt.”

Damespumps

De kroonluchter Gaga is bekleed met een huidkleurige kunststof en gedecoreerd met stoere hondenriempjes. De peerlampjes komen tevoorschijn uit zwartgeverfde huishoudmoppen, die eruitzien als pruiken. De uitbundige creatie hangt aan een stoere ketting aan het plafond. “Het is een hommage aan Lady Gaga en haar positieve boodschap van gelijkheid voor iedereen, ongeacht waar je vandaan komt of hoe je eruit ziet”, zegt de ontwerper Dae Uk Kim. In zijn werk verbeeldt hij zijn homoseksuele geaardheid en de onderdrukking daarvan in Zuid-Korea, waar hij opgroeide. Zijn stoel Elektra bestaat uit autobanden met een vleeskleurige coating die sierlijke arm- en rugleuningen vormen; de zwarte stoelpoten van plastic ogen als verleidelijke damespumps. “De inferieure materialen heb ik getransformeerd tot een object van begeerte. Deze stoel is een buitenbeentje, net als ik.”

Gaga – Dae Uk Kim

Mutant heet de dubbelzinnige meubelcollectie waarin Dae Uk Kim zijn verlangens, frustraties en angsten uitvergroot. Als kind wilde hij lang haar, nagellak en hoge hakken dragen, wat onacceptabel was in het conservatieve milieu waarin hij opgroeide. “Ik heb naar de andere kant van de wereld moeten reizen om mijn vrijheid te vinden”, zegt de ontwerper, die in 2020 afstudeerde aan de Design Academy Eindhoven. “Nu stel ik stereotiepe opvattingen over seksualiteit, gender en schoonheid aan de kaak.”

De groteske objecten van Dae Uk Kim voldoen niet aan de platitude van roze slingers en rimpelloze hitsigheid die we kennen uit de verkleedkist van Village People. “Er bestaat niet één afgebakende homo-esthetiek, net zoals dé homo niet bestaat”, verklaart ontwerper Adam Nathaniel Furman (hen/hun), coauteur van het boek Queer Spaces. An Atlas of LGBTQIA+ Places & Stories (RIBA Publishers, 2022), een historisch overzicht van interieurs en plekken waarop de lhbtqia+ gemeenschap een stempel heeft gedrukt. “Als er al een gemene deler is in het queerinterieur, dan is dat collages van persoonlijke herinneringen en zorgvuldig verzamelde objecten, die zijn doorspekt met historische referenties aan het ‘anders-zijn’. Homo’s, lesbo’s, transpersonen en ander queers hebben moeten zoeken naar hun identiteit. Wie ben ik? Met wie voel ik mij verbonden? Deze persoonlijke zoektocht naar erkenning en herkenning zie je terug in de inrichting van hun leefomgeving.”

Disco

Ook queers hebben een Billy kast van Ikea, het zijn de spullen die erin staan die het verschil maken. Een discolamp of spiegelbol is opeens meer dan een vrolijk accessoire, zegt hen. “Disco is diepgeworteld in de homocultuur. Op de nachtelijke dansvloeren vonden gays begin jaren zeventig een vrijheid om zich te uiten en samen te zijn. Discoachtige spullen in je huis kan daarom ook een uiting zijn van herkenning en respect.” En ja, queers hebben een zekere neiging tot overdaad bij het inrichten van hun interieur, beaamt Furman met tongue in cheek. Levenslust en een voorliefde voor wat afwijkt van de norm vertaalt zich nu eenmaal al gauw in snoepkleuren, extravagante vormen en veel dubbelzinnige symboliek, van discolicht en barbies tot seksuele parafernalia (zoals een kroonluchter met hondenriempjes en kettingen). “Deze objecten hebben voor ons juist heel gelaagde betekenissen. Het zijn ook hints. Homoseksualiteit was tot de jaren zestig verboden. Met het interieur kon je je geaardheid seinen.”

Hoezeer identiteiten door elkaar kunnen lopen, blijkt uit de appreciatie van de alom erkende designklassiekers van Eileen Gray (1878-1976). Met haar sierlijke buismeubels met verfijnd lakwerk gaf ze een vrouwelijke touch aan het strenge modernisme. Haar meubels zijn het toonbeeld van goede smaak (daar is-ie weer, de VPRO-kijker). Voor vrouwen hebben haar meubels bovendien een emancipatoire gevoelswaarde; Gray was immers een voorvechter van vrouwengelijkheid. Maar ze was ook openlijk biseksueel. Met haar flamboyante minnares reed ze honderd jaar geleden in een open koets door Parijs. Queer-ontwerper Furman: “Voor lesbo’s is een meubel van Eileen Gray ook een baken van zelfbewustzijn.”

Eileen Gray, zittend in haar Bibendum Chair

Marokkaans handwerk

Inmiddels is het etaleren van queerness geen niche meer in design. Dit voorjaar presenteerde het vermaarde ontwerp- én homoduo Formafantasma op de prestigieuze Milan Design Week een meubelcollectie als reactie op het strenge modernisme, waarin nauwelijks ruimte is voor persoonlijke expressie. Op de grijze stoffen bekleding  va een klassieke fauteuil zijn bloemen geborduurd, een saaie kantoorlamp is versierd met een slinger van glas. “Als designstudent leerden wij dat felle kleuren, decoraties en andere frivoliteiten slecht waren. Het dominante mannelijke narratief van het modernisme is dat interieurs functioneel en rationeel moeten zijn”, vertelt ontwerper Simone Farresin van Formafantasma. “Daarom hebben wij modernistische meubels ge-queered met sentimentele decoraties die herinneren aan onze kindertijd, voordat wij als jonge homo kregen ingeprent dat wat wij mooi vonden banaal was.”

Het heeft even geduurd maar ook de westerse blik op design wordt verruimd. Een jonge lichting ontwerpers gebruikt een bi-culturele achtergrond als onuitputtelijke inspiratiebron. De Marokkaans-Nederlandse ontwerper Mina Abouzahra bekleedde een industriële stoel van Wim Rietveld (de zoon van) met een traditionele Berberstof. Wat niet is bedoeld als een aanklacht maar als een verrijking van design, verzekert ze.  “Meer kleur en diversiteit in design betekent niet dat er geen ruimte meer is voor Westers design. Er komt juist iets nieuws bij.” Dus is het voor haar net zo vanzelfsprekend om Marokkaans handwerk een Nederlandse twist te geven. “De Marokkaanse cultuur is immers een smeltkroes van Mediterrane, Arabische, Afrikaanse invloeden, en van de Berbercultuur. De Moren hebben zelfs Europese invloeden meegebracht.”

Een “ge-queerde” meubel van Formafantasma op Milan Design Week 2024

Dutch Design Week

In een stoffig dorpje op het Marokkaanse platteland maakt Abouzahra met lokale handwerkvrouwen een tapijtcollectie. “Je kunt aan elk tapijt zien waar en door wie het is gemaakt. Dit hoogwaardig handwerk verschilt niet alleen per regio maar is ook geladen met emoties. Elke vrouw heeft een eigen stijl.” Wie een tapijt koopt draagt bovendien bij aan de economische onafhankelijk van deze ambachtsvrouwen. “Ik betaal ze een faire vergoeding.” Pas toen Abouzahra zich verdiepte in de traditionele weeftechnieken, merkte ze hoe diep deze cultuur in haar zit. “Tot in mijn genen, want mijn moeder was hoogzwanger toen zij naar Nederland verhuisde. Ik voelde een enorme rust toen in Marokko achter het weefgetouw plaatsnam”, vertelt ze met Twents accent; ze groeide op in Enschede.

Lees ook dit profiel van Mina Abouzahra: GLUE PREVIEW Dutch design en Marokkaans ambacht verenigd in vloerkleden, een initiatief van Mina Abouzahra

Het design van Abouzahra is aangekocht door het Centraal Museum in Utrecht en Fenix, het museum over migratie dat binnenkort opent in Rotterdam. Dit najaar staan haar tapijten en meubels op exposities in het Amsterdam Museum en op de Dutch Design Week. “Voor de Marokkaanse gemeenschap is het ongelooflijk belangrijk om hun cultuur en erfgoed terug te zien in musea, bibliotheken of tv-decors. Dat versterkt het gevoel erbij te horen. Marokkaanse Nederlanders zijn niet meer weg te denken uit de samenleving. Dan is het toch raar dat design die realiteit niet weerspiegelt?”

Goity Sofa – Mina Abouzahra

Machtsongelijkheid

Betekent deze culturele uitwisseling dan ook dat een witte ontwerper een bi-culturele collectie mag maken, geïnspireerd op Berber-tapijten? “Ja, mits er sprake is van oprechte interesse en respect voor de herkomst van zulke objecten’, zegt curator Bao Yao Fei van het Design Museum Den Bosch . Ter illustratie: “Een ambachtelijk object uit Europa krijgt al snel het predicaat design, terwijl het opeens folklore heet als het uit Afrika komt.” De kernvraag die Fei daarom hanteert bij creatieve kruisbestuiving is: “Wordt het werk ook geaccepteerd door de gemeenschap waaruit het put? Indien niet, dan is er sprake van machtsongelijkheid.”

Vooralsnog zijn het vooral witte Nederlanders die Abouzahra’s werk kopen. “Wat geweldig is, geen misverstand daarover. Design is een fantastische manier om kennis te maken met andere culturen.” Maar ze wil in alle huiskamers hangen. “Alleen kopen veel Marokkaanse-Nederlanders juist moderne meubels die luxe en perfectie uitstralen. Traditioneel handwerk vinden ze vaak inferieur, ongeletterde arbeid van het platteland.” Gelukkig ziet ze een toenemende belangstelling voor haar werk onder derde en vierde generatie Marokkanen. “Het is een manier om hun roots te ontdekken.”

Designcurator Fei beaamt:  “Voor mensen van kleur is het eigen woonhuis vaak de enige plek waar ze zich volledig gerepresenteerd zien. De voorwerpen waarmee zij zich uitdrukken worden diep doorleefd en roepen ook ingewikkelde vragen op. Wat betekent het om Chinees of Marokkaans te zijn in Nederland? Welke voorwerpen representeren deze gelaagde identiteit? Dat kan een theepotje van oma zijn of een meubelstuk uit het tweede thuisland.” Of juist een mix.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *