Wat vinden toekomstdenkers eigenlijk van speculative design? “Het zijn anekdotes over de toekomst, die er hoogstwaarschijnlijk nooit zal komen”, aldus futurist Peter van der Wel. Maar het kan ons wel aan het denken zetten: is dit een toekomst die we willen als samenleving? “We moet niet in maar náár de toekomst kijken. Daarvoor hebben we ontwerpers nodig”, zegt Tessa Cramer, lector Designing the Future.
“Het zijn altijd de bipolaire toekomstscenario’s waar de meeste aandacht naar uitgaat. Terwijl nou juist deze scenario’s een vertekend beeld geven”, zegt Cramer. Zo zijn er aan de ene kant van het spectrum de utopische vergezichten die er van uit gaan dat technologie alle problemen zal oplossen – van voedselschaarste tot lichamelijk aftakeling. Daartegenover staat dan weer de dystopische verwachting dat technologie onze ondergang wordt, bijvoorbeeld door de toenemende afhankelijkheid van kunstmatige intelligentie. “Maar”, zo zegt Cramer, “de realiteit is waarschijnlijk een grijze blur ertussenin. Beetje goed, beetje slecht.”
Toekomstonderzoek is dan ook in de eerste plaats “oefenen in onzekerheden” volgens de Fontys-lector. De toekomst moet daarom vanuit zo veel mogelijk verschillende standpunten worden beschouwd. “Net zoals je ook de zeventiende eeuw kunt bekijken vanuit het perspectief van een slaafgemaakte, een Poolse bootwerker of een Amsterdamse regent. Dat levert verschillende inzichten op. Net als historici zijn ook toekomstdenkers verhalen vertellers.”
Zwakke signalen
Aan stellige voorspellingen hecht Cramer niet al te veel waarde. “Stel, we kunnen straks ons brein uploaden. Dan kun je nadenken over hoe een interface van zo’n supercomputer eruit ziet. Ik vind het interessanter om na te denken wat we daarbij voelen. Maakt dat ons angstig en verdrietig, of juist euforisch? Deze emoties zijn een sterke indicatie of deze toekomst wenselijk is.” Door het verschuiven van de focus van rationele analyse naar emotionele verwachtingen, kan toekomstdenken opeens bruikbare ideeën en antwoorden opleveren. “Het stimuleert ons om na te denken over welke we nou eigenlijk willen.”
Een grijze blur. Dat suggereert dat de toekomst een wazige onzekerheid is waar we met geen mogelijkheid een zinnige uitspraak over kunnen doen. Toch is de toekomst verre van onzeker, zegt toekomstonderzoeker Peter van der Wel. “In het heden zijn er namelijk al duidelijke patronen en signalen die helpen de veranderingen in kaart te brengen. De truc is om de voortekenen van die toekomst in het heden te ontrafelen.”
Cruciaal daarbij is het herkennen van wat Van der Wel de “zwakke signalen” noemt. Als voorbeeld daarvan noemt hij het plaatsen van een chip onder je huid. Daarmee kun je bijvoorbeeld je huis openen of betalen in een supermarkt. “Maar de toepassingen van technologie zijn erg veranderlijk. Misschien gaan we wel betalen met een irisscan. Dan hebben die chips niet meer nodig.” Het zwakke signaal is: zijn we bereid om technologie in ons lichaam te plaatsen? “Wat betekent dat voor ons mensbeeld als we technologie integreren in ons lichaam?”
Dominee en imam
Hoe herkent Van der Wel deze zwakke signalen? “Door met zo veel en verschillend mogelijke experts te praten. Dus niet alleen de econoom of de techneut maar ook met een dominee of een imam.” Een bijzonder rijke bron voor Van der Wel zijn jongeren – en dan in het bijzonder festivals waar jongeren samenkomen. “Daar zie je veel zwakke signalen. Jongeren zijn nu eenmaal veel vatbaarder voor veranderingen dan ouderen.”
Al dienen de zwakke signalen zich ook vanzelf aan; daarvoor moet je dan wel de onvermijdelijke veranderingen negeren. Neem de zelfrijdende auto, die de samenleving op veel manieren zal beïnvloeden. Van der Wel: “Dat beïnvloedt vanzelfsprekend hoe onze wegen en daarmee ook onze steden eruit zien. Maar een diepere vraag is: wat dat betekent voor onze werkplek? Of voor ziekenhuizen en andere zorgaanbieders?” Toekomstdenken is de vaardigheid om zulke diepere vragen over de samenleving uit anekdotische fenomenen te filteren, aldus de auteur boeken met als De Goede Toekomst of Toekomst Verkennen: Het ultieme denken in organisaties. “
ChatGPT
De grote uitdaging met deze zoektocht naar de fundamentele vragen is dat technologie sterk veranderlijk is. Bovendien verloopt de acceptatie ervan in cycli meent Van der Wel. “ChatGPT werd eerst omarmd als iets wat ons leven enorm vergemakkelijkt. Totdat bleek dat deze tekstgeneratoren niet foutloos zijn. Inmiddels slaat de pendule weer door naar kritische kijk van de impact van ChatGPT. Wat betekenen deze AI-tools voor de taalontwikkeling van jongeren? Is de toegang tot deze taalmodellen wel eerlijk? Door na te denken over de diepere vragen houd je grip op de impact van technologie, ook staat nog niet vast hoe die nieuwe technologie zich zal ontwikkelen.”
Toekomstdenken is uitzoomen, beaamt Cramer, een afgestudeerd socioloog. “Ik probeer voorbij de zichtbare trends te kijken. Dus niet hoe ziet de auto van de toekomst eruit, of hoe wordt ons voedsel verbouwd, maar welke rol speelt religie of hoe zal de democratie zich ontwikkelen. Deze maatschappelijke fenomenen bestaan honderden jaren en zullen ook in de toekomst bestaan. Daar grip op krijgen is eenvoudiger bijvoorbeeld economie of technologie, die veel vluchtiger zijn.”
VR-ervaringen
Hoe vertaal je deze grand views, waarin emotie en intuïtie een grote rol spelen, naar toepasbare scenario’s en concrete suggesties? “De taal van toekomstdenkers bestaat uit veel meer dan woorden”, zegt Cramer. “Ontwerpers denken in beelden en concepten. Daardoor kunnen ze geschreven scenario’s en theoretische toekomstvisies vertalen naar concrete prototypes en kunstzinnige installaties maar ook fantasievolle vr-ervaringen of juist wetenschappelijke onderbouwde datavisualisaties. Juist die veelheid doet recht aan de gelaagdheid van de toekomst.”
Een bijzondere kwaliteit van ontwerpers is empathie, zegt Patrick Ruys, expert business transformations bij de internationale consultancy EY. “Ontwerpers zijn getraind om te denken vanuit de gebruiker, dat kan een individu zijn maar ook een collectief. Stel, een bedrijf heeft een groot personeelsverloop. Een voor de hand liggende oplossing is dan een snel en efficiënt systeem van werving opzetten. Maar je kunt ook onderzoeken wat er verbeterd kan worden aan de arbeidsomstandigheden, zodat mensen langer blijven. Daarvoor wordt nu al design thinking ingezet door bedrijven.”
Design thinking
In een longread die viral ging op Linkedin pleit Ruys voor meer ontwerpers in de boardroom, daar waar de cruciale beslissingen voor de toekomst van bedrijven worden genomen. “Ontwerpers kunnen een waardevolle schakel zijn voor bedrijven die willen anticiperen op de toekomst. De reguliere aanpak van een bedrijf dat wil innoveren is het verzamelen van best cases en statistische data en daarmee een bedrijfsvisie ontwikkelen. Ontwerpen komen met onorthodoxe vergezichten, die een toevoeging zijn op de doorberekende prognoses.”
Van der Wel is niettemin sceptisch over de toegevoegde waarde van speculative design, dat hij vooral ziet als een vrijblijvende gedachtenoefening. “Het zijn anekdotes over de toekomst, die er hoogstwaarschijnlijk nooit zal komen. De visie erachter is vaak te beperkt. De ontwerpers doet een interessante observatie en vervolgens wordt daar een scenario omheen gebouwd. Op deze manier blijft het een geïsoleerde gedachte, terwijl het gaat om de samenhang tussen verschillende ontwikkelingen. Toekomstonderzoek is juist systeemdenken.” Daarbij, zijn ontwerpers en kunstenaars als enige in staat om out-of-the box te denken, wat dat dan ook moge zijn, vraagt de futuroloog zich af. “Kan een bioloog of een misschien wel een politieagent dat dan niet? Zitten veel ontwerpers niet ook vast in allerlei aangeleerde denkkaders?”
Quick fix
Deze ontwerpen moeten niet altijd te letterlijk worden genomen, werpt Ruys tegen. “Speculative design is geen eindpunt. Het zijn onderbouwde suggesties – eerder vragen dan antwoorden die worden aangedragen.” Daarbij zijn ontwerpers niet gefocust op een quick fix, meent de transformatieconsultant. “Ze stellen juist de lastige vragen. En vragen vervolgens door. Klopt dit wel? Ze durven ook sneller toe te geven: we weten het niet.” Het sluit naadloos aan bij wat Cramer het “oefenen in onzekerheden” noemt.
De speculatieve ontwerpen letterlijk nemen is inderdaad onzinnig, zegt ook Fontys-lector. De meerwaarde ervan is dat ze iets wat nog onvoorstelbaar is in elk geval invoelbaar maken. “De prikkelende, soms ronduit provocerende projecten kunnen aan het denken zetten: is dit wat we willen?” Dit vergroot wat de Cramer omschrijft als “de toekomstgeletterdheid” van de samenleving. “Vooral sinds de covid-pandemie heb ik de indruk dat steeds meer mensen geloven dat ze geen invloed hebben op onze toekomst. Wat niet waar is. Waar het aan ontbreekt is een overtuigend narratief over hoe we die toekomst samen kunnen vormgeven. Daarvoor hebben we ontwerpers nodig.”
Tessa Cramer
Na een studie sociologie heeft Tessa Cramer zich ontwikkeld tot futurist. Sinds 2020 is zij lector Designing the Future bij Fontys Academy for Creative Industries in Tilburg. ‘Ik wil zoveel mogelijk mensen helpen toekomstgeletterd te worden’, is haar missie. Daarnaast is ze voorzitter van het kenniscentrum Creative Economy. Tessa geeft regelmatig lezingen en workshops bij overheden en in het bedrijfsleven. Luister ook dit interview in het radioprogramma van Nooit meer Slapen.
Peter van der Wel
Peter van der Wel werkte ruim twintig jaar als consultant voor grote bedrijfsleven, non-profits en overheden. Daarnaast was hij directeur van de stichting EPN (Electronic-highway Platform Nederland), het Platform voor de Informatiesamenleving en Platform de Virtuele School. Hij is lid van de Association of Professional Futurists (APF) en is medeoprichter van de Dutch Future Society, de Nederlandse beroepsvereniging voor futurologen, toekomstonderzoekers, trendwatchers en strategen.
Patrick Ruys
Na zijn studie Bedrijfskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen gaat Patrick Ruys aan de slag bij strategisch marketingbureau VODW. Sinds 2018 werkt hij als expert business transformations bij de internationale consultancy EY, waar hij bedrijven helpt bij transformaties en langetermijnstrategie.