In haar nieuwe boek Art Applied geeft ontwerper Petra Blaisse een persoonlijke inkijk in haar meer dan dertig jaar omspannende oeuvre waarin ze met haar immense doeken de architectuur verrijkte. Haar werk hangt in de meest vooraanstaande gebouwen ter wereld – van het nieuwe Performing Arts Center in Taipei tot de Kunsthal in Rotterdam. Aan DesignDigger licht ze vier inspiratiebronnen toe. “Hoe verbeeldt je wat onzichtbaar is?”
“Ik werk al meer dan 35 jaar aan de emancipatie van het gordijn”, zegt ontwerper Petra Blaisse (1955). “Iedereen denkt, dat is een bloemetjesstof die je even voor het raam schuift. Maar je kunt er veel meer mee dan licht buiten en warmte binnen houden. Een gordijn voegt kleur en zachtheid toe aan een gebouw, nieuwe vormen met of zonder plooien, of verrassende materialen en knopen en strikken. Je kunt er ruimtes of privacy mee creëren of de akoestiek beïnvloeden.” Met deze emancipatie moet het gordijn – of “doeken”, zoals Blaisse zelf zegt, “want ze zijn vaak te groot om ze gordijn te noemen” – een zelfstandige plek krijgen in gebouwen. Zo maakte zij al eens een doek dat aan heliumballonnen in een ruimte zweefde. Of doeken die als een open breisel los in een ruimte hangen. “Met doeken verrijken wij architectuur.”
Monografie
Blaisse is geen typische ontwerper, en haar nieuwe monografie Art Applied (MACK Publishers, ISBN 9781915743343) is dan ook geen conventioneel designboek. De projecten zijn in omgekeerde chronologische volgorde georganiseerd, wat het lezen verandert in een ervaring van het graven in het verleden. Het meest recente werk staat voorin het boek – de tentoonstelling Inside Outside/Petra Blaisse: A Retrospective in 2022 in het MAXXI in Rome. Het eerste project staat juist helemaal achterin in het boek: de eerste samenwerking met Rem Koolhaas’ Office for Metropolitan Architecture (OMA), Nederlands Dans Theater. Tussen deze twee mijlpalen zijn honderden projecten uitgevoerd, en veel daarvan zijn in dit boek opgenomen.
Het boek heeft een persoonlijke toon, terwijl andere designboeken vaak afstandelijke kijk op het oeuvre bieden. Art Applied laat je door de ogen van ontwerper Blaisse te kijken; veel van de foto’s zijn namelijk door haarzelf. “Ik voelde de behoefte om uitspraken te doen over de huidige tijd waarin we werken,” zei Blaisse. Hoewel de emancipatie van het gordijn ver is gevorderd, dienen zich voortdurend nieuwe uitdagingen aan. “Wij ontwikkelen nu een buitendoek waarin mossen groeien en insecten leven. Deze flexibele en natuur-inclusieve buitengevels kunnen stedelijke gebieden voorzien van verkoeling, water, zuurstof en biodiversiteit.”
Quarantaine
Steeds vaker ook krijgt Inside Outside de vraag om flexibele wanden te bedenken, zodat mensen thuis in quarantaine kunnen of zich op het werk van elkaar kunnen afscheiden. “Door Covid is er veel meer aandacht voor ventilatie en hygiëne in gebouwen en voor een directe verbinding met buiten. Maar wij roepen het al jaren: Weg met de airco, de ramen moeten open!”
Lees ook: Inside Outside van Petra Blaisse met ontwerp van stadspark in Genua op Milan Design Week
Met haar Amsterdamse ontwerpbureau Inside Outside richt Blaisse zich sinds 1991 op ontwerpen die in schaal variëren van product en interieurs tot architectuur en zelf landschap en stedenbouw. Wereldberoemde architecten als Sanaa uit Japan, UN Studio en Rem Koolhaas, met wie ze ook samenleeft, bestellen “een Blaisse doek”. Daarnaast ontwerpt Inside Outside vloerkleden, lichtinstallaties, tuinen en zelfs complete stadsparken.
“De naam Inside Outside geeft al aan dat wij ons richten op het samenspel van binnen en buiten” zegt ontwerper Petra Blaisse. Zo werkte het bureau de afgelopen veertien jaar (!) vanaf de ontwerpfase nauw samen met architectenbureau OMA bij het Taipei Performing Arts Centre in Taiwan, dat deze zomer dan eindelijk werd opgeleverd. Dit prestigieuze gebouw bestaat onder meer uit drie theaters, restaurants, twee daktuinen en zelfs een omliggend plein. “Al die tijd hebben wij meegedacht over de beleving van elke ruimte. Over kleur, geluid en licht maar ook hoe de bezoekers zich door het gebouw bewegen. Dat begint al bij hoe je bij dat gebouw aankomt vanuit de drukke stad. Is dat spannend of juist geruststellend?” Uiteraard werd ook één innovatief doek voor de theaters ontworpen, “een semitransparant membraam dat als een kamerscherm opzij wordt geschoven en zich als een slang oprolt”.
Architectuur – Berliner Philharmonie
“Een gebouw dat als geen ander beweeglijkheid verbeeldt, is het concertgebouw in Berlijn. Het is in de jaren zestig ontworpen door de Duitse architect Hans Scharoun (1893-1972). Het lijkt op een tentdoek, en voelt alsof het elk moment kan meedeinen op de wind. Het heeft echt schwung. Bij de bouw in 1963 was architectuur met zo’n uitgesproken vorm nog revolutionair.” Hoewel het concertgebouw vooral wordt geroemd door zijn hoekige vormen die de expressieve binnenruimten weerspiegelen in de buitenkant van het gebouw, prijst Blaisse ook het goud getinte materiaal van de gevels en de ruimtelijke kwaliteit van de twee concertzalen en de foyers. “Alles straalt zo’n krachtige en toch natuurlijke dynamiek uit. Ik heb er ooit een pianoconcert gehoord en de akoestiek was geweldig, al ben ik natuurlijk geen expert.”
Plant– De engelwortel
“Ik ben deels opgegroeid in de bollenstreek en ben daarom dol op tulpen, met al die waanzinnige kleuren en strepen. Fascinerend hoe deze bloem door eindeloos kruisen een kunstwerk is geworden, een stuk natuur dat door de mens is herontworpen. Maar de tulp is uiteindelijk een exoot en bovendien verslechtert de kweek ervan onze bodems. Daarom prefereer ik de engelwortel, die gewoon in onze polders groeit. Deze monumentale plant heeft een prachtige schermbloem die roze of wit kan zijn en veel nectar produceert. Als hij bloeit wemelt het er van de bijen, zweefvliegen en hommels. Ook het blad is prachtig en werd al in de 17de eeuw gebruikt als decoratie op stoffen. Ik heb de engelwortel of angelica ook gebruikt voor onze doeken voor de Nederlandse Ambassade in Berlijn en ons wandkleed voor het Stedelijk Museum in Amsterdam. Alles aan de plant is eetbaar, met een smaak die ligt tussen drop, venkel en selderij. De stelen kun je konfijten net als rabarber, en het heeft medicinale eigenschappen: de plant werkt rustgevend, ontspannend en is goed voor de maag.
Kunstenaar – Hilma Af Klint
“Haar naam is onbekend bij het grote publiek. Toch is de Zweedse Hilma Af Klint (1862-1944) de eerste vrouwelijke abstracte schilder. Zij werd geïnspireerd door wiskunde en muziek maar ook door de natuur en vooral het heelal. Hoe verbeeldt je wat onzichtbaar is, dat was haar fascinatie. Zij was spiritueel en flirtte met het bovennatuurlijke, wat vrij gangbaar was aan het einde van de 19de eeuw. Zelfs in haar meer figuratieve landschappen en portretten zie je iets abstracts en ongrijpbaars. Haar schilderijen verbeelden voor mij vooral beweging en ruimte. Vrijheid!”
Museum – De Kunsthal
“Het MAXXI in Rome van architect Zaha Hadid is feitelijk ook zo’n gestold kinetisch kunstwerk. Ongelooflijk hoe zij beton heeft gebruikt als vloeibare elementen, zodat muren, vloeren en plafonds schijnbaar zonder zwaartekracht over elkaar buitelen. Toch heb ik een zwak voor de Kunsthal. En dan niet zozeer vanwege de programmering, al bedienen ze de hele Rotterdamse bevolking. Ik ben toch iets puristischer, niet zo van de ‘blockbuster’ tentoonstellingen. Ik richt mij hier liever op het gebouw zelf: hoe je vanuit het park in een spiraal het gebouw door loopt. Het brengt je een beetje in verwarring door de ongebruikelijke logistiek en materialen maar tegelijkertijd maakt het één vloeiende beweging waardoor je als vanzelf je weg vindt. En als je dan aan de andere kant het gebouw verlaat, sta je opeens hoog boven het park op een dijk. Eigenlijk zou iedereen de naakte Kunsthal een keer moeten ervaren, zonder installaties en tijdelijke wanden. Het zit vol verrassende details. Voor het auditorium heb ik in 1992 mijn eerste geëmancipeerde doek gemaakt. De rails zijn geïntegreerd in de architectuur, zodat deze bijna onzichtbaar zijn. Als het zich uitvouwt vormt het doek een rond auditorium, en als het wordt gesloten, rolt het zich als een avondjurk rond een pilaar en wordt het een sierlijke sculptuur. In het originele doek hadden we speakers geplaatst, zodat je omgeven werd door het geluid van de voorstelling of de spreker. ”