Zeven ontwerpers gingen deze zomer in dialoog met inwoners van Drentse dorpje Echten. Doel was het verkleinen van de kloof tussen stad en platteland. De resultaten van deze designmanifestatie varieerden van een ode aan de worm als non-binair wezen tot urenlange interviews met zorgboeren, veeartsen en jagers. “Ook veel boeren willen juist veranderen maar kunnen niet of worden zelfs tegengewerkt.”
Rijksmonument
We worden vast wel biologisch als de markt er rijp voor is, staat op een meterslang wit banier dat wappert in een weiland in het dorpje Echten. Op het vaandel ernaast staat: Wat leeft er eigenlijk in het westen? We weten alleen dat het daar erg druk is. Het zijn slechts twee van de 48 hartenkreten die Nikki Gonnissen van grafisch ontwerpstudio Thonik optekende bij veertien bewoners van het Drentse platteland – van veeboeren en biologische kruidentelers tot een veearts en een jager. “Ook veel boeren willen juist veranderen maar kunnen niet of worden zelfs tegengewerkt”, leerde Gonnissen uit de urenlange gesprekken.
De witte banieren hangen aan een hoge houten constructie. Ernaast staat een historische duiventil van dezelfde omvang. “Dat is een Rijksmonument waar we niks aan mochten hangen. Dus hebben we een replica gebouwd”, zegt Gonnissen. Haar duiventil is een plek waar mensen af en aan kunnen vliegen om hun mening achter te laten of juist naar anderen te luisteren. “Een beetje zoals duivenpost.” In de constructie hangen anonieme foto’s van de geïnterviewden. Raden wie de zorgboer is of wie het Waterschap vertegenwoordigd wordt zo een leuk spel.
Dialoog bevorderen
De Duiven Dialoog van Gonnissen is een van de zeven installaties die tot 1 juli staan in een weiland, achtertuin of boerenschuur in en om Echten, dat met zes andere dorpjes De Wold vormt. Deze gemeente is dit jaar de culturele hoofdstad van Drenthe. Een designmanifestatie is een onderdeel van dit culturele programma Wiede Wold. Curatoren Jorn Konijn en Lisa Hardon selecteerden daarvoor zeven ontwerpers die reflecteren op de toekomst van het platteland. Een fiets- en wandelroute voert langs alle installaties.
“De komende jaren staan grote veranderingen op stapel op het platteland. Op welke manier moet landbouw zich ontwikkelen? En natuurbehoud? Hoe worden voorzieningen als zorg en openbaar vervoerd verbeterd? Deze vragen gaan ons allemaal aan. Maar de kloof tussen stad en platteland is groot. Met design willen we deze dialoog bevorderen”, licht Hardon toe. Opvallend is daarom dat slechts één regionaal ontwerpduo de selectie haalde. Vera Vos en Julia Roozenbeek beschilderden zes glasvezelgebouwtjes met landelijke tafereeltjes. “Het ontwerpveld is hier nog niet genoeg ontwikkeld om een complexe thematiek als de toekomst van het platteland te verdiepen”, aldus curator Konijn.
Omgekeerde vlaggen
De ontwerpers kregen de vrije hand, al werd samenwerking met de bewoners aangemoedigd. Maar dat kostte veel tijd en energie. “Hier heerst nu eenmaal wantrouwen jegens het westen”, zegt Antoine Peters. De Amsterdamse textielontwerper nodigde vijftig bewoners uit voor een workshop om hun toekomstdromen te verbeelden met kwast, verf, potlood, draad en naald. Dat Peters opgroeide in de Achterhoek hielp naar eigen zeggen. “Ik spreek de taal, zeg maar.” Op de tekening van een 9-jarige Afghaans meisje staat een figuur dat welkom zwaait; een 4-jarige boerenzoon hoopt ook als hij groot is nog elke lente een koeiendans te zien. De creaties zijn afgedrukt op vijftig kleurrijke doeken die in houten deurportalen hangen in een weiland waar nog niet zo heel lang geleden omgekeerde vlaggen wapperden. “Bij windstilte is het een labyrint, als ze opwaaien zie je juist veel verschillende perspectieven.” Kop in de wind heet de vrolijke vlaggenparade.
Niet alle ontwerpers baseren hun rurale toekomstverkenning op een dialoog. Productontwerpers Nienke Hoogvliet en Tim Jongerius verwerken lokale grondstoffen tot een serie wonderschone producten, waaronder een bankje van gevilte wol van het Schoonebeker heideschaap. Als een relikwie ligt er ook een brok turf, de fossiele brandstof die ooit de economische motor van de regio was.
Maakbare landschap
Meer inlevingsvermogen van de Woldenaren vraagt de beschouwing van kunstenaars Arne Hendriks en Josef Zappe. Dit gelegenheidsduo maakte een exacte replica van het 18de-eeuwse Kamertoneel van Baron van Slingelandt. Dit schaalmodel van de Amsterdamse Stadsschouwburg werd gebruikt om zijn gasten te imponeren met ingenieuze decorwisselingen in het minitheater. Voor de kunstenaars is dit kamertoneel een metafoor voor het maakbare Hollandse landschap. Al even conceptueel is de ode aan de worm van modeontwerper Liselore Frowijn. In haar meterslange sliert van glasvezel zit een luidspreker waaruit onder meer Tibetaans monnikengezang en een interview met Denker des Vaderlands Marjan Slob klinkt. Een qr-code verwijst naar een online-essay over de verbindende kracht van dit non-binaire wezen dat de bodem zuivert.
Lees ook deze reportage over een presentatie van Arne Hendriks op DDW 2023: Achteruit naar de toekomst op DDW met afvalplastic-auto en Japans boontje
Kortom, helemaal overtuigend weet design de kloof tussen stad en platteland nog niet te dichten. Maar misschien is die kloof minder groot dan we denken, blijkt uit een reflectie op noabuurschap door het Zeeuwse ontwerpduo Foodcurators. Deze gemeenschapszin is de lokale trots, leerden ontwerpers Digna Kosse en Lucas Mullié uit gesprekken. Maar omzien naar elkaar wordt soms een knellende sociale controle, hoorden ze ook. In een rustieke houttafel uit de lokale kringloopwinkel kerfden ze deze en andere observaties. Op een tafelkleed wordt een Randstedelijk perspectief verwoord. Bijvoorbeeld: is een bubbel niet ook een vorm van noabuurschap?
Om ook de dialoog tussen omwonenden en bezoekers aan te jagen worden voor een symbolisch bedrag borrelglaasjes verkocht. In elk noaberglas is een internetlink en tijdstip gegraveerd voor een één-op-één ontmoeting met een koper van een ander glas voor een goed gesprek over naoberschap. Of over de drukte in de stad.
Wiede Wolt
Wiede Wold is het programma van De Wold als culturele hoofdstad van Drenthe deze zomer. Het fysieke middelpunt is een uit gerecyclede en afgedankte materialen opgetrokken bouwwerk. Deze Afvalkathedraal is een gemeenschappelijk onderzoek naar duurzaam bouwen; bewoners worden uitgenodigd om mee te bouwen of materialen aan te leveren. In de circulaire ‘kathedraal’ wordt vervolgens de theatervoorstelling Atropos van de Peergroup gespeeld. In deze voorstelling kruipen de lokale jongeren met de acteurs in de huid van de Griekse god Atropos, die beschikt over leven en dood. Bekijk HIER het volledige programma.