Twee urgente boeken werpen een eigentijds licht op de overwaardering van originaliteit en de valse belofte van ‘design with impact’. Maar niet alle hoop is verloren. Design blijft een veerkrachtige discipline vol inventiviteit en creativiteit. Daarom: leve de bootleg!
Design is in de war. Broken, in goed Engels. Steeds meer ontwerpers voelen het zo – en niet alleen die van GenZ . Ze voelen zich machteloos: hen werd verteld dat ze de tools hadden om de wereld een betere plek te maken, maar in plaats daarvan eist de wereld zijn tol. Achter een waas van hype en gedurfde claims ligt een kaal land van zelftwijfel en het impostor-syndroom. Daar heb je de ontwerper weer, die alles wel even zal fiksen. Dat is wat ze leren op conferenties. Maar als het op echte klanten aankomt, blijkt dat vooral goed zijn in “het logo groter maken”. What design can do… het is slechts een loze belofte gebleken, een hole frase.
Onmacht en onkunde
Het boek What design can’t do (uitgeverij Set Margins) onderzoekt deze ontgoocheling onder ontwerpers. Als je jezelf ziet als een ontwerper zonder kwaliteiten; als je je bedrogen, teleurgesteld of verraden voelt door ontwerpen, dan is dit boek iets voor jou. Het kan je ook aan het lachen maken. Met zelfspot of met een mild-ironische kijkt de auteur Silvio Lorusso naar de (design)wereld. Doorwrochte teksten worden moeiteloos afgewisseld met rake memes.
Het raakt onderwerpen als een uitgehold vakmanschap door gemakzuchtige technologie – van Photoshop tot Midjourney. De leugen dat design verandering in gang kan zetten door bewustwording te vergroten. En de vage beloften van ontwerpscholen. Met What design can’t do neemt Lorusso niet alleen design kritisch onder de loep maar hij biedt ook een alternatief biedt: misschien gaat ontwerpen helemaal niet over het redden van de aarde maar gewoon over het beheersen van chaos.
‘Bootlegging’ als creatieve daad
Is dan alles verloren voor design? Zeker niet. Het blijft een veerkrachtige discipline vol dynamiek en creativiteit. Zo zijn kopiëren en plagiaat tegenwoordig geen bedreiging meer voor ontwerpers maar een uitdagend instrument. De term bootlegging werd geassocieerd met smokkelaars en schenders van het auteursrecht – of met illegale drankstokers in de afgelegen berggebieden. Maar de laatste decennia heeft het een nieuwe betekenis gekregen als creatieve expressie.
Het boek Unlicensed: Bootlegging As Creative Practice (uitgeverij Valiz) bevat 21 interviews met uiteenlopende creatieve makers die op de een of andere manier bootlegging in hun praktijk hebben geïntegreerd. Deze gesprekken gaan dieper in op de creatieve en kritische aspecten van bootlegging en onderzoeken hoe het kan worden gebruikt om een belangrijke culturele impact te maken.
Haute couture
De bootleg is veel meer dan een platte kopie, iets anders dan een knock-off. Wat in de kunstwereld en mode-industrie werd gezien als diefstal, is doorgesijpeld tot een geaccepteerde artistieke daad. Het is een vorm van eerbetoon en respectvolle toe-eigening. Bootlegging heeft een eigen esthetiek, waarvan de invloed op ondergrondse platenlabels en doe-het-zelf T-shirts is verbreed naar uitgeefstrategieën en zelfs haute couture.
Unlicensed: Bootlegging As Creative Practice is een project van Ben Schwartz (1988), een grafisch ontwerper gevestigd in New York. Hij werkt samen met verschillende grafische ontwerpstudio’s in de culturele sector in verschillende media. Van 2016 tot 2018 was hij Graphic Design Fellow bij het Walker Art Center. Voor Unlicensed interviewde Schwartz onder meer modeduo BLESS (Desiree Heiss & Ines Kaag), grafische ontwerpstudio Experimental Jetset (Marieke Stolk, Erwin Brinkers & Danny van den Dungen), modeontwerper Elisa van Joolen en de New Yorkse underground-uitgeverij Printed Matter.