De stoel is inmiddels veel meer dan een zitmeubel. Het kan een protest zijn tegen massaconsumptie en milieuvervuiling. Of juist een vehikel zijn voor emancipatie van de arbeider of juist een kunstzinnig pronkstuk, niet bedoeld om op te zitten maar naar te kijken. Al deze verschillende betekenissen van stoelen komen aan bod op de grote najaartentoonstelling Stoel Neemt Stelling in het Centraal Museum. Te zien zijn meer dan honderd stoelen die verrassen vanwege vooruitstrevende vormen en expressieve materialen of juist een sociaal-maatschappelijke boodschap.
Wat maakt van alle meubels – kasten, lampen, sofa’s, noem maar op – nou juist de stoel zo geschikt om een groter verhaal te vertellen over kunsthistorische ontwikkelingen en maatschappelijke vooruitgang?
Hollywood
Allereerst natuurlijk omdat de stoel alomtegenwoordig is. Geen huishouden, geen kantoor en zelfs geen straat of plein kan zonder. Daarbij zijn er ook maar weinig meubels waarmee het fysieke contact zo direct is. De stoel is een verlengstuk van ons lichaam. Net als het bed trouwens, maar daar valt weer geen eer aan te behalen als ontwerper. De stoel daarentegen is juist een proeve van bekwaamheid voor ontwerpers. Het ontwerp moet duurzaam, sterk en comfortabel zijn, en er bovendien origineel uitzien.
Zie je al die betekenisvolle stoelen van de afgelopen eeuw op een rij in het Centraal Museum, dan tekent zich vanzelf ook een ontwikkeling af van innovatieve technieken en materialen. In 1944 kreeg de Amerikaanse meubelfabrikant Emeco van de Amerikaanse marine de opdracht om een lichtgewicht stoel te fabriceren. De stoel werd in een mal gegoten van aluminium, dat zowel lichtgewicht als sterk is. De Navy Chair is daarmee de eerste stoel die volledig uit één materiaal bestaat. De stoel werd bekend bij het grote publiek omdat hij in Hollywoordfilms steevast wordt gebruikt in ondervragingsscenes. Sommige stoelen kennen we zonder dat we ze ooit in het echt hebben gezien; zonder dat we erop hebben gezeten. Ze zijn onderdeel van de populaire cultuur als stijlicoon.
Lees ook deze longread: Waarom sommige producten een icoon worden – en andere niet
Thonet Nmr. 14
Onvermijdelijk is natuurlijk de vraag: wat was dan de eerste design stoel? Dat is de Thonet Nmr. 14 in 1859, beter bekend als het Weense Caféstoeltje. Dit was de eerste stoel die zo was ontwerpen dat deze seriematig kon worden gemaakt. Volgens een nieuwe techniek werden lange, dunne houtlatten in kokende lijm gedompeld en vervolgens in ronde mallen aan elkaar geperst. Voor de productie ervan wordt een speciale fabriek gebouwd; het hout komt van bos dat op eigen grond staat. Het sierlijke gebogen frame bestaat uit slechts acht zulke latten die met tien schroeven en twee leertjes worden bevestigd. De stoel werd als een platte doos verkocht en aangeprezen in catalogi uit de eigen drukkerij. Let wel, dit is een eeuw voordat Ikea de wereld verovert. De Nmr. 14 is nog steeds een bestseller; wel is de stoel enkele centimeters gegroeid, want de mens wordt immers steeds langer.
De meest verkochte stoel ooit is zonder twijfel de monobloc. De witte plastic tuinstoel zie je overal ter wereld, van de sloppenwijken in India tot de Copacabana in Rio de Janeiro. Wie de ontwerper is van de monobloc weet bijna niemand. (Fun fact: het Canadese duo Douglas Colborne Simpson en Arthur James Donahue, in 1946). Veel belangrijker is dat de stoel een productietijd heeft van 50 seconden en amper twee euro aan materiaal kost. De monobloc is het symbool van zielloze massaconsumptie en milieuvervuiling. Wat natuurlijk een tegenreactie uitlokt. Als een commentaar op zowel de lelijke en goedkope monobloc als het glimmende en peperdure Italiaanse design maakt Tejo Remy in 1992 een Voddenstoel. Feitelijk is het niet meer dan een stapel lompen die met een spanband bijeen zijn gebonden. Lekker zitten doet hij evenmin. Maar waarom die focus op efficiëntie of exclusiviteit als je op vodden kunt zitten? En hebben al die laagjes van verschillende stoffen in bonte kleuren niet ook een bijzondere schoonheid?
Marktplaats
De monobloc is verguisd maar tiental miljoenen keren verkocht; de Voddenstoel is bejubeld maar er bestaan slechts enkele honderden exemplaren van. “Als ik elk exemplaar dat ergens in een woonblad of een designblog staat ook had verkocht, was ik nu miljonair”, verzuchtte Remy ooit. Oftewel: een stoel hoeft geen bestseller te zijn om uit te groeien tot een iconisch ontwerp. Essentieel is dat een verbeelding van de tijdgeest. En dat hoeft niet met een prikkelend statement. Ook aan vorm, materiaal en productietechniek kun je soms zien van wanneer een stoel is.
In de wederopbouwjaren na WOII was er behoefte aan stoelen die eenvoudig, goedkoop en snel waren te maken. Friso Kramer ontwikkelde daarom een stapelbaar stoeltje met onverslijtbare poten van gevouwen plaatstaal in een U-vorm. Ontelbare ziekenhuizen en schoollokalen stonden vol met deze Revoltstoel, die inmiddels al meer dan zeventig jaar in productie is, wat uitzonderlijk lang voor een stoel. Zuinig in materiaalgebruik, makkelijk te maken, handig in gebruik want stapelbaar en – heel belangrijk – nuchter van vorm. Precies de eigenschappen waar Nederland prat op gaat. Een gaaf tweedehandsexemplaar op Marktplaats kost tegenwoordig dan ook meer dan een nieuwe.
Swinging sixties
Soms vallen tijdgeest en maaktechniek samen in één artistieke creatie. In 1969 ontwierp Verner Panton een stoel van plastic, het revolutionaire materiaal van de jaren zestig. Hij gebruikte daarvoor de nieuwe techniek van spuitgieten, waarbij vloeibaar plastic razendsnel onder hoge druk in een mal werd gespoten. Deze Panton Chair bestaat uit een stuk heeft sierlijke golvende vorm – een psychedelische versie van Rietvelds Zigzagstoel zou je kunnen zeggen. Het waren de swinging sixties tenslotte. Een staaltje moderne techniek is de Endless Chair, gemaakt van gerecycled plastic met 3D-printer door ontwerper Dirk van der Kooij. Deze stoelen uit één stuk ogen juist hoekig en grof met dikke draden van plastic. Elke stoel is op dezelfde manier en van hetzelfde materiaal vervaardigd en toch is elk exemplaar uniek door de kleine oneffenheden en kleurverschillen. Anno 2023 is authenticiteit de trend.
Lees ook dit interview: Dirk van der Kooij: “Ik word gewoon geil van dikke klodders plastic”
Slechts één aspect van de stoel blijft op Stoel neemt Stelling onbelicht, namelijk schoonheid. Ja, er staan pronkstukken. De Bronze Age Chair van ontwerper Tjep is uit gegoten in één stuk glimmend brons, een stoel als een standbeeld. Sommige exemplaren zijn zelfs een kunstwerk geworden, zoals de fauteuil die door Christo is ingepakt. Toch wil niet iedereen die in de woonkamer. Het moet immers maar net je smaak zijn. De Zigzagstoel bijvoorbeeld werd geen massaproduct maar juist een symbool van goede smaak voor de culturele elite. Misschien is dat wel wat al deze design klassiekers gemeen hebben: ze zijn eigenwijs.