De deelnemende meubelmerken aan Milan Design Week 2023 vermijden heikele kwesties als energieschaarste, stijgende grondstofprijzen en klimaatverandering. Na de akelige coronajaren is het weer business as usual. Wat er te zien is? Veel fantasierijke producten en zintuigelijke ervaringen, zoals een thuisparfum van slimme algoritmes en een privéjet van oude jeans.
Ben je een binnen- of buitenmens? Heeft één kleur je voorkeur of een bont palet? Houd je van een relaxte sfeer thuis of juist wat creatieve pit? Een tiental van zulke persoonlijkheidsvragen worden op bezoekers van de showroom van meubelmerk Moooi afgevuurd. Op basis daarvan stelt een algoritme jouw interieurparfum samen. Deze persoonlijke geur wordt ter plekke vervaardigd door een ingenieuze computergestuurde installatie van 48 flacons met aroma’s als muskus en citrus maar ook melk of thee. De exacte mengverhouding hangt af van de persoonlijkheidstest. Aan het einde rolt jouw unieke huisgeur van een kleine lopende band. Deze intrigerende geurinstallatie Every Human is te zien op de Milan Design Week, die afgelopen zondag eindigde.
Slimme algoritmes
In hoeverre deze geuren daadwerkelijk een afspiegeling zijn van iemands persoonlijkheid is de vraag, beaamt ook Frederik Duerinck van het Nederlandse kunstenaarsduo Algorithmic Perfumery, dat de installatie ontwikkelde. “Maar gaandeweg wordt het algoritme door de groeiende groep gebruikers getraind om de antwoorden steeds nauwkeuriger om te zetten in gepersonaliseerde geuren.” Every Human is nu nog een intrigerende verbeelding van de impact die kunstmatige intelligentie kan hebben op onze woonomgeving. Wie weet bepalen data-analyse en slimme algoritmes straks ook de vorm of kleur van onze meubels? Of veranderen licht, temperatuur en of het kleurpalet van onze woon- en slaapkamers mee met onze gemoedstoestand? Het antwoord op deze vragen blijft in geurige nevelen gehuld.
Naast oprukkende technologie zijn er wel meer heikele kwesties waar behoedzaam omheen wordt gemanoeuvreerd. Grondstof- en energieschaarste, inflatie en niet in de laatste plaats klimaatverandering – deze crises spelen slechts een bijrol op ’s werelds grootste designevent. Waar zijn de revolutionaire productietechnieken die energie besparen of lokale productie vereenvoudigen? Of de grootschalige toepassing van nieuwe duurzame materialen? Na drie akelige coronajaren is het business as usual. Dit gebrek aan engagement met de grote zorgen van deze tijd wringt; deze zorgen bedreigen immers ook de fabrikanten en ontwerpers zelf!
Spuitgieten van hennep
Wat er dan wél is te zien op de meer dan honderden locaties verspreid over Milaan, variërend van een monumentale kerk en bibliotheken tot de statige palazzo’s en zelfs een art deco buitenzwembad die zijn omgetoverd tot tijdelijke showrooms? Veel fantasievolle meubels in knallende kleuren met expressieve dessins en patronen. Alsof de boze buitenwereld eer even niet is. Wat dat betreft was het bijna een ouderwetse editie van Milan Design Week. Opvallend is verder dat de West-Europese dominantie in design – Italië in het bijzonder –afbrokkelt. ‘Nieuwe’ landen als Polen, Tsjechië en Hongarije en zelfs Libanon of India zijn steeds zichtbaarder. Dat levert spannende producten op, zoals een minimalistische lampencollectie van grof vulkaansteen van de Mexicaanse ontwerper David Pompa. Of een serie lampen van de Brits-Japanse ontwerper Amy Lewis die afstudeerde aan de Design Academy Eindhoven met een serie speelse ledlampen gebaseerd op Aziatische vlechttechnieken van bamboe.
Zelfs belangrijke innovatie komt van overzee: de startup Prowl uit Californië heeft als eerste een procedé ontwikkelt om bioplastic op basis van hennep te kunnen rotatiespuiten, een techniek uit de massaproductie. Deze Peel Chair was een van de schaarse innovatieve verassingen op Alcova, de vooruitstrevende groepspresentatie die dit jaar was neergestreken in een voormalig abattoir. Het ruige decor van brandnetels, verkruimelende muren en graffiti stond in schril contrast met het nuffige publiek dat voor een hijgerige sfeer zorgt. De verwachte pretenties kan Alcova niet waarmaken. Te veel producten zijn inwisselbaar of ronduit lelijk. Bovendien is de routing ondermaats en is met de ruïnes van een abattoir wel een ondergrens bereikt van wat nog leuk is om te bezoeken.
Fast fashion
Inmiddels niet meer weg te denken is het officieuze Nederlandse paviljoen Masterly, al helemaal niet nu dit het hoogtepunt is van het werkbezoek van Koningin Maxima aan de Milan Design Week. Masterly, voor de eerste keer in een statige palazzo met uitzicht op de Duomo, biedt een volledig overzicht van wat Nederland heeft te beiden. Van glossy behang (WorkingBert) en hoogwaardig halffabricaten (Blok Plaatmateriaal) tot de ruimtelijke textielcreaties van Samira Boon en een 3D-geprinte lamp van Philips en Aleksandra Gaca maar ook de ambachtelijke mbo-studenten van het Hout en Meubileringscollege.
De meubelindustrie is vol vertrouwen, zou dus ook een conclusie kunnen zijn van deze Milan Design Week. De Nederlandse stoffenfabrikant Byborre zet een eerste stap naar verduurzaming van de textielindustrie door het probleem van vervuiling en uitbuiting te benoemen. Met een wereldkaart wordt complexiteit van de productieketen van textiel inzichtelijk gemaakt. Katoen uit Centraal-Azië wordt verscheept naar China voor productie met machines uit de VS om als fast fashion te eindigen in Europese shops. Waar te beginnen met het verduurzamen van zo’n systeem? Met transparantie over de herkomst van grondstoffen en het maakproces. En met het eindeloos herhalen van de noodzaak van nieuwe manieren van produceren en ook consumeren, vooral op events als de Milan Design Week.
Lees hier een preview van de presentatie van Byborre: Stoffenfabrikant Byborre organiseert eigen ‘mini-textielbeurs’ tijdens Milan Design Week
Dat een genuanceerd standpunt en inspirerende creativiteit elkaar niet in de weg hoeven te staan, bewijst het Nederlandse denimmerk G-Star. Het gaf de Maarten Baas de vrije hand om een installatie te maken van afgedankte spijkerstof. De altijd tegendraadse ontwerper bouwde er vervolgens een privéjet op ware grootte mee, inclusief zijn eigen naam als logo op de staart. De privéjet staat in een barokke kerk. Een knipoog naar de bijkans religieuze trekken die de klimaatdiscussie soms aanneemt? Baas neemt als vanouds de rol van het jongetje dat roept dat de keizer naakt is.
Net zo complex als de mondiale textielproductie zijn de persoonlijke afwegingen – deze boodschap is verpakt in een over the top installatie. Wel of niet vliegen? Wel of geen nieuwe bank van gerecycled denim? De installatie heet niet voor niets More or less. Baas houdt ons een spiegel voor en legt daarmee de verantwoordelijkheid bij onszelf. Logisch ook, de industrie laat het immers nog afweten.
Scherpe analyse! Wij moeten met z’n allen harder aan het werk om echt verandering te wegen te brengen. Dit was weer een welkom wakeup artikel!