Kunstmuseum Den Haag toont van 22 oktober 2022 t/m 7 mei 2023 het eerste overzicht van alle ‘schenkers’ van de Nederlandse ontwerper Aldo Bakker (1971). Alledaagse, vertrouwde voorwerpen zoals een waterkaraf of een oliekan krijgen in zijn handen verrassende nieuwe vormen. Bakker staat bekend om zijn wonderlijke objecten die de grenzen tussen kunst en design doen vervagen.
De dualiteit tussen tussen gebruiksvoorwerp en abstract sculptuur manifesteert zich met name in zijn ‘schenkobecten. “De dialoog tussen de autonome vorm en de handeling van de gebruiker vind ik spannend. Door het vast te pakken, ermee te schenken of uit te drinken nodigt het object uit tot intimiteit. Tegelijkertijd moet het object zo vrij zijn dat je er van kun genieten door alleen naar de vorm te kijken.” Hij pakt een porseleinen oliekannetje van zijn werktafel en weegt zijn worden. “Als ontwerper breng ik allerlei materie van deze aarde bij elkaar. Ik bewerk dat en maak er iets van. Dat voelt als een enorme verantwoordelijkheid. Dus zoek ik naar een vorm en functie die los staan van het hier en nu. Dat als er geen olijfolie meer is, deze schenkkan nog steeds van waarde is.”
“Mijn zoektocht naar de perfecte vorm kan soms aanvoelen als een gevecht.”
Aldo Bakker
Bovendien staat het schenkobject letterlijk aan de basis van zijn oeuvre. Zijn eerste ontwerp was op zijn zestiende, een schets van een champagneglas. “Opeens klopte alles. Ik had iets gemaakt dat echt van mij was. Ik zag al die mogelijkheden die ik had in vorm, materiaal, kleur. Dit wil ik.” Zijn debuut volgt na diverse omzwervingen – zo zou hij zijn studie aan de Design Academy Eindhoven niet afmaken – met een rank drinkservies van laboratoriumglas. Sindsdien schaaft en schuurt hij aan een samenhangend oeuvre van minimalistische, bijna abstracte gebruiksvoorwerpen. “Ik heb eindeloos gezocht naar harmonie in dit object”, zegt hij over een zilveren schenkkan die hij ontwierp voor het designlabel Thomas Eyck. “Als de onderste rand hoger is, kun je beter mee schenken. Maar dan is het object uit proportie. Mijn zoektocht naar de perfecte vorm kan soms aanvoelen als een gevecht.”
Twijfel en obstakels
Met zijn introverte vormstudies breekt Aldo Bakker opzichtig met het conceptuele Dutch design. Neem zijn Tonus, ogenschijnlijk een boomstronk die zich tot sierlijk kruk kromt. Wie erop zit moet even zoeken naar balans. Of een serie koperen interieurproducten waarvan de vorm volledig is uitgebeend; een kandelaar is niets meer dan een platte lepel met een metalen pinnetje om de kaars op te spietsen. Niks kan weg – niks kan er bij. “Ik werk puur vanuit vorm. Zelfs materiaal en afwerking komen pas later.”
Ontwerpen is volgens Aldo het overwinnen van obstakels. “Persoonlijke obstakels, zoals de twijfel: wanneer is een vorm volbracht? Maar ook vakmatige obstakels, bijvoorbeeld hoe ik deze vorm kan toepassen in een functioneel object? En welk materiaal is daarvoor passend?” Deze toewijding van Aldo is soms confronterend. “Ik moet oppassen dat het geen alibi wordt om mij af te keren van het alledaagse bestaan. Ontwerpen begon als een verliefdheid, inmiddels is het een verslaving.”
Door zijn objecten te positioneren als op zichzelfstaande ‘persoonlijkheden’, dwingt Aldo Bakker zijn publiek tot een andere perceptie. Zijn werken zijn geen levenloze object waarop culturele (voor)oordelen over vorm, materiële waarde of schoonheid projecteren. “Gebruikers gaan een dialoog aan met mijn objecten en worden daarbij geconfronteerd met hun gedrag en hun onzekerheden.”