“Design, architectuur mode zijn een uiting van hoe wij als mensheid omgaan met de wereld. Veel van de grote vraagstukken van onze tijd raken aan elk van deze disciplines, vaak op dezelfde manier. Daarom is het zinvol om ze naast elkaar te leggen”, zegt Aric Chen, de kersverse algemeen & artistiek directeur van Het Nieuwe Instituut in Rotterdam. Deze interdisciplinaire benadering van de 46-jarige Chen zal zonder twijfel een van de opvattingen zijn waarmee hij de sollicitatiecommissie van HNI voor zich heeft gewonnen. HNI is het fusie-instituut van Premsela (design), het NAI (architectuur) en het Virtueel Platform (digitaal) en is in 2013 opgericht. Per 1 mei gaat hij aan de slag als de nieuwe algemeen & artistiek directeur van HNI. Waarmee een einde komt aan maandenlange speculatie over wie de belangrijkste post in het Nederlandse ontwerpveld gaat innemen.
Waarom hebt u gesolliciteerd als directeur van HNI? “Allereerst natuurlijk omdat HNI internationaal zeer gerespecteerd is vanwege het vernieuwende en onderzoekende programma. Waarin het zich vooral onderscheidt, is de integrale benadering van de disciplines architectuur, design, digitale cultuur en mode. Tegelijkertijd staan deze disciplines op zichzelf, elk met andere uitdagingen en kwaliteiten. Dus zal er ook ruimte blijven om ze elk afzonderlijk te belichten.”
Wat ziet u als de onderscheidende kwaliteiten van Dutch design? “De Nederlandse ontwerpdisciplines – dus architectuur, mode én design – bouwen voort op een gezamenlijke traditie van experiment en conceptueel denken. De laatste jaren is daar het kritisch bevragen van het eigen vakgebied bij gekomen. Architecten die zich afvragen wat een bibliotheek nou eigenlijk is in dit digitale tijdperk. Of ontwerpers die naar alternatieven zoeken voor industriële productie. Dit voortdurende kritische zelfonderzoek is kenmerkend voor de Nederlandse ontwerpdisciplines. Geheel in lijn met deze kritische mentaliteit is door mijn voorganger Guus Beumer ook bevraagd wat een nationaal instituut nou eigenlijk zou moeten zijn. Dat maakt HNI tot zo’n dynamische en uitdagende werkplek.”
Wat zou het Nederlandse instituut voor de creatieve industrie volgens u moeten zijn? “HNI heeft stevig fundament vanwege het indrukwekkende archief en de verankering in het internationale culturele veld. Tegelijkertijd kan het snel en adequaat reageren op de urgente vraagstukken van onze tijd. Maar naast deze reflectie en onderzoek wil ik meer aandacht geven naar het onderzoeken van antwoorden. Dus niet alleen de grote vraagstukken van onze tijd onderzoeken maar ook de rol die de ontwerpende disciplines kunnen spelen in de zoektocht naar oplossingen. Vraag én antwoord dus. Al hoeven dat geen pasklare antwoorden en oplossingen te zijn.”
“De Nederlandse ontwerpdisciplines – dus architectuur, mode én design – bouwen voort op een gezamenlijke traditie van experiment en conceptuele denken. De laatste jaren is daar het kritisch bevragen van het eigen vakgebied bij gekomen.”
Aric Chen
Kunt u een voorbeeld geven van de rol die design en architectuur kunnen spelen in een van die grote vraagstukken? “De mens is lang het uitgangspunt geweest voor ontwerpers, soms met desastreuze gevolgen voor klimaat en planeet. Daarom moet gezocht worden naar een aanpak die more than human is. Hoe kunnen design en architectuur ook in dienst staan van andere levensvormen? HNI moet een lab zijn om deze nieuwe waarden voor ontwerpers te ontwikkelen. We willen niet meer alleen de vragen stellen maar ook antwoorden uitproberen. ”
Wat zijn andere belangrijke vraagstukken van onze tijd? “Onder andere meerstemmigheid en diversiteit, wat al een speerpunt is voor HNI. Gelijkwaardigheid begint met nieuwsgierig zijn naar elkaar. Noem mij naïef maar ik geloof oprecht dat het gaat om uitwisseling van ideeën. Daarom is het mijn doel om zoveel mogelijk verschillende stemmen en meningen niet alleen te laten horen maar ook een structurele plek te geven in HNI. Diversiteit moet geen beleid zijn maar een vanzelfsprekendheid.”
Het “vieren en stimuleren van diversiteit” stond inderdaad nadrukkelijk in de vacatureomschrijving. Zijn er daarnaast vraagstukken die u wilt inbrengen? “Wij zitten momenteel in een fase van post-globalisering. De huidige generaties architecten en ontwerpers zijn opgegroeid in een wereld die steeds verder globaliseerde. In toenemende mate is daarvan ook de keerzijde zichtbaar geworden in bijvoorbeeld migratie, grondstofschaarste en welvaartsongelijkheid. Tegelijkertijd steekt nationalisme de kop op, in de concrete vorm met de Brexit, handelsoorlogen en grenzen die worden gesloten. Deze herbezinning op globalisering is door de covid-pandemie in een stroomversnelling gekomen. Welke impact heeft deze post-globalisering op design en architectuur? Dit was ook het uitgangspunt van de expositie X is not a country die ik met curator Martina Muzi heb gemaakt en nu is te zien in designmuseum MAAT in Lissabon.”
“Gelijkwaardigheid begint met nieuwsgierig zijn naar elkaar. Daarom is het mijn doel om zoveel mogelijk verschillende stemmen en meningen niet alleen te laten horen maar ook een structurele plek te geven in HNI.”
Aric Chen
De materiële aspecten van design
Chen is een letterlijke wereldburger. Hij is geboren in Chicago in de VS geboren en heeft Taiwanese roots. Hij studeerde in VS en werkte als journalist maar stapte over het cureren van exposities. Hij maakte exposities in Tel Aviv, Azië en Zuid-Amerika. Na diverse internationale rondzwervingen woont hij momenteel in Shanghai. Hij is nu hoofdcurator van Design Miami, de jaarlijkse designbeurs die onderdeel is van Art Basel. Daarnaast leidt hij het Curatorial Lab aan het College of Design and Innovation aan Tongji University in Shanghai. Beide functies zal hij de komende maanden afronden om per 1 september fulltime aan de slag te gaan bij HNI.
Wat is uw opleiding? “Al tijdens mijn studie Architectuur aan de University of Berkeley in Californië ontdekte ik tijdens een stage dat ik geen praktiserend architect wilde worden. Daarom deed ik er een opleiding in antropologie naast. Aansluitend heb ik in 1999 een masteropleiding History of Design afgerond aan het Cooper Hewitt Museum in New York. Eigenlijk heette die opleiding toen nog History of the Decorative Arts, wat al aangeeft dat de focus lag op de materiële aspecten van design. Ook daarom kijk ik er enorm naar uit om bij HNI aan de slag te gaan, omdat hier een veel bredere en meer realistische kijk op design is als een discipline met digitale en onderzoekende kwaliteiten.”
U hebt dus al vroeg in uw loopbaan het pad van curator en onderzoeker gekozen? “Aanvankelijk werkte ik als journalist en designcriticus, wat inderdaad een overlap heeft met mijn huidige werk als onderzoeker en curator. De switch naar het cureren en programmeren van tentoonstellingen maakte ik in 2008 als creatief directeur van Beijing Design Week. Vervolgens werd ik in 2012 hoofdcurator Design & Architectuur bij M+, het nog te openen museum voor visuele cultuur in Hongkong. Sinds 2019 ben ik hoofdcurator van Design Miami / Art Basel. Daarnaast ben ik hoofd van het Curatorial Lab van het College of Design & Innovation aan de Tongji Universiteit in Shanghai. Ik ben nu dus curator én onderzoeker.”
Design Miami is een designbeurs met een focus op kunstzinnige en vaak zeer exclusieve objecten. Is wat op deze beurs is te zien relevant en representatief voor design? En zal het daarmee zijn weg vinden naar HNI? “Design Miami vertegenwoordigt zeker niet de hele designwereld. Maar er wordt volop geëxperimenteerd met innovatieve materialen en maaktechnieken, steeds vaker met duurzaamheid als uitgangspunt. Ook nemen sommige exposerende ontwerpers een kritisch standpunt in over klimaatverandering of actuele kwesties als Black Lives Matter. Dus als er een overlap is met een onderzoek of presentatie van HNI, zouden deze werken daarin zeker een rol kunnen spelen.”
In hoeverre was uw vertrek bij het M+ Museum beïnvloed door het veranderende politieke klimaat in Hongkong, waarbij culturele instellingen als M+ steeds meer beperkt worden door de Chinese overheid? Na een lange stilte: “De belangrijkste reden was van persoonlijke aard.”
Internationale identiteit als verrijking
Als de nieuwe directeur van HNI wordt Chen verantwoordelijk voor het programmeren van de tentoonstellingszalen in het gebouw van Jo Coenen aan het Museumplein in Rotterdam. De laatste jaren lag het accent daar op experimentele en sterk vakinhoudelijke exposities als de huidige exposities Art on Display over tentoonstellingsarchitectuur en over de expositie Litium over de gelijknamige grondstof.
Een belangrijke opdracht van de nieuwe directeur is “het verbreden en verdiepen van de publieke waardering”, zo stond ook in de vacature. Betekent dit een focus op toegankelijk tentoonstellingen die een breed publiek aanspreken? “Allereerst, ik heb helemaal niet tegen een ouderwetse overzichtsexpositie over een historisch onderwerp. Wij hopen natuurlijk ook dat onze onderwerpkeuzes een breed publiek aanspreken en voor hen relevante vragen oproepen. Maar het maken van een blockbuster op zich is geen doel. Ook het maken van solotentoonstellingen van bekende Nederlandse architecten of ontwerpers heeft geen prioriteit. Wij streven altijd naar een actuele relevantie van ons programma, of dat nou een kleinschalig onderzoek is of een grote expositie over meerdere zalen.”
“Hoewel HNI een plek is voor open reflectie en onderzoek, kunnen wij nooit alle vragen adresseren. Wij zien het als onze taak om juist de ongrijpbare en complexe vraagstukken te onderzoeken, en dan niet alleen vanuit design en architectuur maar ook andere disciplines of de gebruiker.”
Aric Chen
Een aanzienlijk aantal professionals, met name architecten, herkennen zich niet in de activiteiten van HNI. Het wordt gezien als te theoretisch en te ver losgezongen van de beroepspraktijk. Hoe gaat u dat veranderen? “Ik vraag mij af of die kritiek terecht is. De vraagstukken die wij onderzoeken gaan design en architectuur in belangrijke mate beïnvloeden, of doen dat al. Dat moeten wij nog beter duidelijk maken. Dat zal ik in eerste instantie doen door juist te observeren en te luisteren naar deze beroepsgroepen. Het opbouwen van vertrouwen gaat nu eenmaal niet van de ene op de andere dag. Hoewel HNI een plek is voor open reflectie en onderzoek, kunnen wij nooit alle vragen adresseren. Wij zien het als onze taak om juist de ongrijpbare en complexe vraagstukken te onderzoeken, en dan niet alleen vanuit design en architectuur maar ook andere disciplines of de gebruiker.”
“Ik zie mijn internationale identiteit als een verrijking, persoonlijk én professioneel.”
Aric Chen
De 21ste eeuw wordt veelal gezien als de Chinese eeuw. U heeft een Chinees-Amerikaanse achtergrond en heeft lange tijd gewerkt in China. Deelt u dit perspectief? Lachend: “Ik heb helaas geen controle over de geopolitieke ontwikkelingen. Mijn achtergrond is daarom van ondergeschikt belang bij eventuele programma’s rond Azië. Al zal ik in dat geval voordeel hebben van mijn netwerk. Maar ik zie mijzelf vooral als een outsider. Dat is ook de positie die ik omarm, omdat het mijn in staat stelt om open te staan voor verschillende ideeën en culturen. Ik ben opgeleid in de VS, heb gewerkt in China, het Midden-Oosten en verhuis nu naar Nederland. Ik zie deze internationale identiteit als een verrijking, persoonlijk én professioneel.”
Ik ben erg verheugd dat # Aric Chen komt naar # Het Nieuwe Instituut een juiste keuze om een inclusievere bijdrage aan Het Nederlandse Cultuur beleid te creëren.
Happ y to meet you at Arti en Amicitae or De Kring Amsterdam .
Feel very welcome ???? #Mythical _mimi